






05-03-2019
Alles over oorzaken en gevolgen van letselschade en dat wat wij voor u kunnen doen op dit vlak.
» Lees verder
26-10-2015
Kindergebonden budget
» Lees verder
13-10-2015
Ontslag AOW-gerechtigde
» Lees verder
Voorwaarden voorwaardelijke invrijheidsstelling Volkert van der Graaf (gedeeltelijk) geschorst
Na de moord op Pim Fortuyn is Volkert van der Graaf op 18 juli 2003 door het hof Amsterdam veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf. Nadat tweederde van de hem opgelegde straf is verstreken is Van der Graaf op 2 mei 2014 voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Aan zijn voorwaardelijke vrijlating heeft het Openbaar Ministerie een aantal bijzondere voorwaarden verbonden, waaronder verplicht reclasseringstoezicht, een contactverbod, een mediaverbod en een locatieverbod voor de gemeenten Krimpen aan den IJssel, Rotterdam, Hilversum, Tilburg en Den Haag.
Van der Graaf heeft een kort geding aangespannen tegen de Staat, omdat hij het niet eens is met de opgelegde voorwaarden. Hij meent dat hij onvoorwaardelijk in vrijheid had moeten zijn gesteld op basis van de regels die hieromtrent golden ten tijde van zijn veroordeling en niet voorwaardelijk invrijheidgesteld op basis van nieuwe zwaardere regelgeving.
Bovendien zijn de opgelegde voorwaarden volgens van der Graaf disproportioneel, aangezien het recidiverisico van Van der Graaf als laag beoordeeld is en hij wel de zwaarst mogelijke voorwaarden opgelegd heeft gekregen. Het in de wet voorziene doel van het opleggen van bijzondere voorwaarden is recidivebeperking en aan dit doel wordt hier voorbij gegaan zo meent van der Graaf.
De kortgedingrechter heeft geoordeeld dat de voorwaarde met betrekking tot het locatieverbod en het hiermee samenhangende elektronische toezicht inderdaad niet het doel van recidivebeperking dient en daarom opgeheven dient te worden. Hiertoe is overwogen dat het locatieverbod niet bijdraagt aan een verdere beperking van het recidiverisico en het verbod, waaraan het dragen van een enkelband is gekoppeld, is een aanzienlijke beperking van de bewegingsvrijheid van Van der Graaf. Verder kan het Openbaar Ministerie hem, mocht de noodzaak in de toekomst ontstaan, opnieuw een locatieverbod opleggen. Voorts dienen het mediaverbod en contactverbod met de chauffeur en de nabestaanden van Pim Fortuyn wel overeind te blijven volgens de rechter, omdat dergelijke contacten voor onnodige maatschappelijke onrust kunnen zorgen en er is niet gebleken dat Van der Graaf door deze voorwaarden in zijn vrijheid wordt beperkt.
De overige voorwaarden zijn op goede gronden opgelegd zo oordeelt de kortgedingrechter. Het opleggen van voorwaarden aan de invrijheidsstelling op zich was niet onrechtmatig, omdat de verzwaring van de regels over voorwaardelijke invrijheidsstelling de aan van der Graaf opgelegde straf niet zwaarder maken. Daarnaast is belangrijk dat het moment van invrijheidsstelling hierdoor niet gewijzigd is en dat de voorwaarden geen punitief doel beogen. Tot slot oordeelt de rechter dat gelet op de jarenlange detentie het niet meer dan logisch is bijzondere voorwaarden op te leggen met als doel Van der Graaf te ondersteunen bij zijn terugkeer in de samenleving.
bron: rechtspraak.nl (ECLI:NL:RBDHA:2014:9411)